President Pervez Musharraf noemde de aanslag, die volgens hem door islamitische militanten was gepleegd, “een afschuwelijke daad”. Hij veroordeelde de “verstoorde denkwijze” van de daders.
Vorige week nog beweerde Musharraf toen hij de noodtoestand beëindigde dat de regering en de veiligheidsdiensten “de rug van het verzet” hadden gebroken.
Musharraf gaf na de aanslag de veiligheidsdiensten de opdracht om het brein achter de aanslag te achterhalen.
“Geen enkele moslim kan er zelfs aan denken om zo’n afschuwelijke aanslag te plegen,” zei hij volgens Pakistaanse nieuwsmedia.
Musharraf heeft te maken met een “jihad”, een islamitische heilige strijd, die leiders uit de Federaalbestuurde Stamgebieden hebben afgekondigd tegen zijn regime na de bloedige bestorming van de Rode Moskee door het Pakistaanse leger in juli van dit jaar.
In de stamgebieden, die een regio vormen in het noordwesten van Pakistan, heeft de Taliban veel aanhangers en zouden leden van Al-Qaida en buitenlandse strijders schuilplaatsen en opleidingskampen hebben ingericht.
Dit geldt ook voor de Noordwest Grensprovincie, waarvan Peshawar de hoofdstad is.
zaterdag 22 december 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten